Antwerpenaren - George Arrendell

11 minuten lezen

George, je bent in Vlaanderen alom bekend door verschillende televisieproducties en dergelijke. Maar laten we bij het begin starten. Je bent de zoon van een Antwerpse schilderes en een Zuid-Amerikaanse percussionist.

Ja, dat klopt. Mijn moeder was een echte Antwerpenaar en mijn vader was afkomstig uit Aruba. Spijtig genoeg zijn ze niet meer onder ons, maar dat is natuurlijk een deel van het leven.


Je hebt het artistieke dus van thuis uit meegekregen?

Zo kan je het wel stellen. Opgegroeid in een artistiek gezin, mijn vader muzikant en mijn moeder kunstenares. Mijn grootmoeder was tevens ook schilderes, dus op jonge leeftijd was het al duidelijk dat ik ook een creatieve weg zou inslaan.


Bespeel je zelf instrumenten?

Zoals mijn vader speel ik zelf een beetje percussie, maar voor de rest niet echt. Zingen lukt me ook wel, maar ik heb zeker geen getrainde stem. Wel een warme stem (zegt hij op een zwoele manier). Daarnaast heb ik wel een degelijk niveau van beatboxen, als u de microfoon een beetje dichter bij mijn lippen brengt zal ik u de basis laten horen. (George begint spontaan te beatboxen voor den Antwerpenaar)


Ik ben helemaal van men melk.

Dat is een goed teken!

 

Even terug over jouw jeugdjaren. Hoe was die periode voor u in Antwerpen?

Ik ben opgegroeid op het Zuid, dichtbij de Sinksefoor Daar heb ik samen met mijn broer, Vincent Arrendell, gewoond tot mijn elf jaar. Je kent hem misschien wel. Hij heeft in 2007 Expeditie Robinson gewonnen en hij is een goede sportman. Naast basketten heeft hij zelfs een keer deelgenomen aan de Iron Man in Lanzarote.

Maar het was dus op 11-jarige leeftijd dat ons een ramp overkwam, mijn broer was trouwens 7 jaar. Het overlijden van mijn moeder op veel te jonge leeftijd liet wel wat sporen achter. Zo’n tragische gebeurtenis bepaalt natuurlijk de blueprint van wie je bent. Ofwel beslis je om in een negatievere flow te blijven, waar het leven donker en duister is. Of je gaat een andere richting uit, een richting waarbij je al dat negatieve omzet in positieve energie.

 

Je bent nadien wel in Antwerpen gebleven?

Na het overlijden van mijn mama, heeft mijn oma de moederrol overgenomen. Ook zij is een typische Antwerpenaar, dus die flow en mentaliteit van onze koekenstad ging niet verloren. Wij hebben ons middelbaar in het noorden van Antwerpen gedaan, richting Hoevenen en Stabroek. Daar zijn we verder opgegroeid in het tweede jeugdige deel van ons leven.


In de 80’ heb je breakdancen ontdekt.

Ja, dat was een leuke periode. Breakdancen en rappen waren toen mijn passies. Maar vooral door breakdancen was ik geobsedeerd, ik was trouwens ook één van de eersten in Antwerpen. In 1983, toen was jij nog niet geboren (al lachend), deed ik solo-optredens, maar ook in groep samen met m'n broer en een goede vriend. Het voormalige electric booging was toen ons zakcentje


Maar daar ben je niet in verder gegaan?

Neen, ik ben laborant van opleiding met een specialisatie in water-en-luchtbeheersingstechnieken. Na verschillende stages ben ik toch een andere weg ingeslagen. Ik ben na mijn studies professioneel in de modewereld gestapt en deed vooral modeshows.

 

Op een gegeven moment krijg je de ingeving om Antwerpen te verlaten en acteerlessen te volgen in New York. Vanwaar die beslissing?

Ik had in België al wat ervaring opgedaan door gastrollen in series en films. Maar op een gegeven moment merkte ik dat ik een basis miste, dus moest ik een opleiding volgen. Ik wist al sinds jonge leeftijd dat mijn toekomst in het acteren en entertainen lag, want ik doe niets liever dan emotie schenken aan anderen. Ik koos voor New York, omdat mijn grote voorbeelden zoals Marlon Brando en Robert De Niro in een soortgelijk systeem waren opgeleid en dat triggerde mijn nieuwsgierigheid. Dat was toch één van de tofste periodes en dingen die ik in mijn leven heb gedaan.

 

Kan je Antwerpen en New York vergelijken? 

Goh, dat is moeilijk. Er zijn wel enkele parallellen die je kan trekken, maar in New York is alles grotesker. Antwerpen is een stad die leeft en bruist, maar New York bruist harder. Ook op gebied van kunst en artistieke aspecten. Er zit heel wat creatief talent in Antwerpen en kunst krijgt een belangrijke plaats in onze samenleving. Maar toen ik als 20’er in Amerika aankwam, waande ik mij in het Mekka voor kunstenaars en artistiek-gezinden. Echter als ze mij vragen waar ik die komende 10 jaar zou willen wonen, kies ik resoluut voor Antwerpen. Het leeft hier ook enorm, maar het is toch veel relaxter en een betere omgeving voor de kinderen om op te groeien. Antwerpen is eigenlijk thuiskomen.

 

Wat is het eerste dat je gedaan hebt in Antwerpen toen je terugkwam van Amerika.

 Dat is al een tijdje geleden, maar ik denk een goei pak friet gaan eten, haha. En natuurlijk verschillende dingen in Antwerpen gaan doen met mijn vrouw Gina Brondeel. Mijn kids waren toen nog niet geboren

 

Heb je een favoriete plek in Antwerpen?

Ik zit heel graag in het oude stadsgedeelte. Voor een bepaalde reden voel ik mij aangetrokken tot het Steen en de kathedraal. Ook de kanten rondom de Bourla mogen niet vergeten worden. Door mijn grote passie voor films heb ik als jonge gast enorm veel tijd doorgebracht in de Metropolis, maar dat is de laatste tijd wel geminderd door mijn drukke agenda

 

Wie is jouw lievelingsregisseur?

Quentin Tarantino by far. Hij is een meester in het scheppen van benarde situaties en ongelofelijke dialogen. Die uitgebeitelde personages, gecombineerd met waanzinnige muziek bezorgen me elke keer kippenvel. Ik zou geen enkele film van hem willen missen

Het uitschrijven van een scenario voor een film en deze gemaakt krijgen is trouwens een doelstelling op lange termijn.


Tarantino deinst niet terug om met Afro-Amerikaanse acteurs te werken, maar jij hebt ook een eigen stukje geschiedenis in de acteerwereld. Kreeg je veel tegenwind als eerste succesvolle Afro-Europeaanse acteur in België?

Toen ik terugkwam van New York kreeg ik enkele interessante gastrollen aangeboden in Belgische tv-series zoals Wittekerke, Spoed, Aspe en Witse. Het klopt dat ik de eerste kleurling was die regelmatig op televisieschermen verscheen en dat was niet altijd even gemakkelijk. Voor veel regisseurs was er toen nog geen plek voor een gekleurde man in hun scenario’s. Veel personages konden volgens hen niet gespeeld worden door iemand met een andere huidskleur, wat natuurlijk een absurd gegeven is. Ik vind dat er op dit gebied nog steeds een beperkte weerspiegeling van de realiteit is in films en series. Nog wa waarrek oan de winkel!

 

Wat is jouw coolste rol die je al gespeeld hebt?

Mijn rol als Jimmy N’Tongo uit de VTM-serie Zone Stad. Jimmy is een Antwerpse machoflik pur sang en dat lag mij wel. Ook al ben ik in het echte leven absoluut een ander type persoon, vind je niet? (al lachend)

 

Daar kan ik niet over oordelen, zo goed ken ik je nog niet. 

Momenteel heb je enkele artistieke projecten aan de kant gezet voor iets anders, namelijk de Vogmask.

Ja, Vogmasks zijn herbruikbare, kwalitatieve en modieuze fijnstofmaskertjes die fijne en schadelijke contaminanten tegenhouden. Schadelijke stoffen die worden geproduceerd door auto’s, industrie en motoren tot een grootte van 0.3 micrometer worden gefilterd en afgestopt door de Vogmask.

 

De laatste jaren is er in Antwerpen een grote heisa ontstaan omtrent fijnstof. Wanneer is bij jou de bewustwording gegroeid? 

Ongeveer 2 jaar geleden. Onze jongste dochter heeft gevoelige longen en aangezien wij zeer graag in Antwerpen wonen, moest er iets gebeuren. Elke ochtend zaten wij in de spits, waardoor we voor onze dochters een bakfiets gebruikten. Op die manier zit ja al sowieso lager en na verloop van tijd merkten Gina en ik dat onze kinderen af en toe last hadden van infecties op de luchtwegen. We waren dus op zoek naar een oplossing.

 

Hoe kwam je dan op de Vogmask?

Tijdens onze zoektocht zijn wij uitgekomen bij het merk Vogmask, opgericht in San Francisco. We hebben contact met hen opgenomen met het oog op aankoop voor eigen gebruik. Maar we waren zo onder de indruk van de kwaliteit en het feit dat Vogmask echt werkte, dat we het merk hebben benaderd met de vraag of we het mochten verdelen. Nu zijn wij het gezicht en de distributeurs van Vogmask in Europa.

 

Zijn de fijnstofmaskertjes aangepast naargelang de leeftijd en het geslacht?

Zoals bij kleren zijn er de verschillende confectiematen: small, medium en large. Er is ook een grote keuze uit verscheidene patronen of figuurtjes op de Vogmask, dus voor ieder wat wils.

 

Wat is jullie doelpubliek?

Eigenlijk iedereen, maar natuurlijk krijgen we sneller interesse van fietsers, sporters en astmatische personen. Het is ook ideaal voor mensen die last hebben van allergieën, pollen, hooikoorts enzovoort. Het is een enorm brede doelgroep, want iedereen die preventief minder toxiciteit wil absorberen kan bij ons terecht. Ik vind persoonlijk kinderen het belangrijkste, want die kunnen niet altijd hun eigen keuzes maken. Achja, ik merk wel een positieve tendens en bewustwording op dit gebied. Ik leef zeer graag in’t stad, maar het is ook een gegeven aan het worden in omliggende gebieden, zelfs in dorpen nabij wegen waar veel verkeer aan de gang is. 

 

Is er iets dat je Antwerpenaren toewenst.

Ik wens de Antwerpenaren toe om te durven, vooruitstreven en u zeker niet laten doen. Ga voor het pionierschap en probeer af en toe te duiken, want dat is het enige dat werkt. Het grootste risico dat er bestaat is... Geen risico nemen. 

 

Voor meer informatie over George zijn Vogmasks, http://www.vogmask-europe.com