In welk Antwerps bruin café we jou straks vinden

In welk Antwerps bruin café we jou straks vinden
7 minuten lezen

Zet je je tattoos zelf? Ben je een biertoerist? Of herkennen we je aan je dansbenen? Wil je eens kletsen met iemand zonder tanden? Of lokaal muziektalent in de micro horen bleiren? Of toch eerder zin in wat vroegeuurtjesgeflirt? In ’t stad is er voor ieder wat wils. Wij van Den Antwerpenaar maakten een selectie van de leukste bruine kroegen. Waar zit jij straks toogklap te verkopen?

De Stad Aalst

Écht iedereen welkom

Het volk: Heb jij je eigen tattoos gezet en het collageen van je wangen ingeruild voor drank en drugs? Dan ben je hier thuis. Doe zeker je grote jeansvest aan waarin je al sinds de jaren 80 sigarettenrook verzamelt.

Den drank: Het maakt niet uit welke drank je hier binnengiet, het moet gewoon veel zijn.

’t Interieur: Den dorpel van het café is in het midden uitgesleten: het ontegensprekelijke bewijs dat hier al 100 jaar volk binnen- en buitenstrompelt. 

Den toogklap: Hier praat je zattemansklap int écht Aantwaarps. Vooral dingen die je gisteren, eergisteren en vorig jaar ook al had verteld.

’T Paters Vaetje

Massa’s Belgisch bier... tussen d’Hollanders

Het volk: Als je moeite hebt met kiezen, kom dan niet hierheen, want de keuze van ’t Paters Vaetje is oneindig. Door haar centrale ligging hangen hier naast wat lokale snuiters veel toeristen die – hoe zou je zelf zijn – van de Belgische biercultuur komen proeven.

Den drank: Hier vind je wel wat speciallekes. En je krijgt ze altijd in het juiste glas en van een vrouw. Want zij die achter de bar staan zijn altijd meisjes. Waarom weet niemand. 

’t Interieur: Op het drukke kleine bovenverdiepje zit je altijd te dicht op elkaar. Zit je vanachter? Dan durf je eenmaal gezeten niet meer naar de wc.

Den toogklap: Echt Aantwaarps wordt hier afgewisseld met het Nederlands van de Wij-bezoeken-de-Meir-en-de-Grote-Markt-toeristen.

Kassa 4

Gezelligheid en wilde studenten

Het volk: Ben je student? En ook nog een beetje cool? Dan zit jij in de Kassa. Vanaf een uur of 9 ‘s avonds. Je discussiëert, lacht en drinkt je helemaal vol, vanaf een uur of 3 wil iemand met je dansen en val jij op de grond. Daarna drink je nóg vijf pinten en pas wanneer het licht wordt, strompel je naar huis. 

Den drank: Mottige katerwijn, frisse drieëndertigers.

’t Interieur: Achteraan is dit café een donkere vergeethoek, maar vooraan zijn de tafeltjes top. De grote marmeren bladen op de tafels dragen een kopvleesmotief. Door de spiegels aan de houten lambrisering kan je altijd het hele café in de gaten houden. Ook de barmannen die op hun nonchalante looks lijken geselecteerd.

Den toogklap: Jij zit in de kassa als je goeie theoretische ideeën hebt om de wereld te verbeteren, maar na je studies toch ook maar gewoon van 9 tot 5 in een gevestigd bedrijf gaat werken.

Café Cabron

Livemuziek en vrijgezellen

Het volk: Het volk dat hier zit, is zo’n aantal jaar student af, maar nog wel jong van geest. Ook de dranklust is niet afgenomen. Veel vrijgezellen.

Den drank: De prijs van het bier in Café Cabron is opvallend schappelijk in vergelijking met andere café’s aan de Grote Markt. En alles wordt vliegensvlug geschonken met kunde en glimlach.

’t Interieur: Gigantische toog en toffe tafeltjes, maar in de Cabron vind je vooral een goed podium. Er hangt een imposant rode theatergordijn achter, waardoor het café iets wegheeft van het decor in Twin Peaks. Jij komt naar hier als je lokale bandjes wil ontdekken.

Den toogklap: In Café Cabron praat jij over muziek, daten en het feestje van vorige week.

De Kroon

Tooghangers in een decor dat bleef stille staan

Het volk: Rond de met rode lampen belichte toog van De Kroon zitten al jaren dezelfde usual suspects. Die nemen de leuze van hun stamcafé heel serieus: The music beats the hangover.

Den drank: Op de kaart staan de betere biertjes, maar af en toe zijn de bollekes plat getapt. Sterke drank vind je hier niet.

’t Interieur: Bruiner dan het interieur van De Kroon wordt het niet. Hier hangen lusters en fotolijstjes die ouder zijn dan je grootmoeder. Het leder van de houten banken is hier en daar gescheurd en de donkere lambrisering loopt bijna tot het plafond. Heerlijk.

Den toogklap: Als je wil klappen over goeie muziek of de gekke Borgerhoutse feestjes om de hoek, dan zit je hier goed.

Pallieter

Dansbenen en vroegeuurtjesgeflirt

Het volk: Of je nu een would-be-podiumkunstenaar, een Colombiaanse uitwisselingsstudent of een vlotte productontwikkelaar bent, jij komt hierheen als je voor het slapengaan nog rap iemand wil oepscharen

Den drank: De sfeer nodigt uit om hier sterke biertjes te drinken. Als je tot aan de barman geraakt tussen alle tooghangers.

’t Interieur: De Pallieter staat vol houten tafeltjes. Die gaan in de weg staan naarmate de avond vordert en de mensen naar elkaar toe groeien.

Den toogklap: Vanaf het moment dat je hier een stap hebt binnengezet, is naar huis gaan moeilijk. De uitspraak “Nog iëntje met de frak oan” leidt vaker dan goed voor je is tot nóg meer alcohol.

’T Zeezicht

Alle dagen hopen

Het volk: Hier wisselen jong en iets minder jong elkaar af. Je ziet hier grijze mannen met zwarte cowboyboots die ‘het’ nog hebben, maar net zo goed de 27-jarige leerkracht die met een koffietje haar examens zit te verbeteren.

Den drank: Naast een ruim aanbod op fles en maar liefst acht tapkranen, zet ‘t Zeezicht ook elke maand twee suggestiebieren op de tap. Zo drink je de ene maand een tripeltje uit de kempen, en de andere een IPA uit de voerstreek. 

‘t Interieur: bruine lambriage, houten banken, tafeltjes met marmeren bladen en een paar kleurrijke muurschilderingen maken ’t Zeezicht tot een klassieker onder de bruine café’s.

Den toogklap: Hier wordt niet over de beurs of de schoolprestaties van de klein manne gepraat, wel over Ringland en sociaal onrecht.

Welke bruine kroegen vergeten we? Wat is er zo bijzonder aan? Wat voor volk komt er? Laat het ons weten in de commentaren hiernaast!